Dit is deel 3 uit een 10-delige serie blogs over het boek ‘Web Analytics an Hour a Day’ van Avinash Kaushik, een boek over het begrijpen van je bezoekers en het sturen op basis van klantinzichten. Dit deel gaat over de meest basale begrippen van webanalytics zoals cookies, bezoeken en bezoekers, bounces en verwijzingen: eenvoudige begrippen die vaak verkeerd worden begrepen.
In deel 3:
- Elke dag een uurtje webanalytics
- Randvoorwaarden van metingen begrijpen
- Fundamentele statistieken nader bekeken
- Beter begrijpen van standaardrapporten
- Rapporten voor contentkwaliteit en navigatie
Elke dag een uurtje webanalytics
Het boek is geschreven met het idee dat je elke dag van de week een uurtje kan besteden aan het begrijpen van webanalytics. Zo kun je elke maand een hoofdstuk afronden en elke week een paragraaf. Daarom zijn de secties in dit artikel weekverdelingen: dan kun je elke week een onderdeel uit het boek behandelen.
Week 1: randvoorwaarden van metingen begrijpen
Een site meetbaar maken lijkt vaak slechts een kwestie van een scriptje op je site plaatsen. In sommige gevallen is dat ook zo, maar het zit ook vaak ingewikkelder in elkaar. Als webanalist moet je kunnen herkennen wanneer het ingewikkelder in elkaar zit, om te voorkomen dat je onbruikbare data verzamelt. In week 1 bestudeer je URL’s, cookies en parameters.
URL’s
URL staat voor Uniform Resource Locator. Ter illustratie ontleden we de URL van de pagina over ‘Aan de slag met Google Analytics’:
https://support.google.com/analytics/answer/1008015?hl=nl&ref_topic=1727146
Een URL bevat meestal:
- Naam van de website, in dit geval: support.google.com
- De locatie van een pagina op de website, in dit geval /analytics/answer/1008015
- URL-parameters, gegevens die volgen na de paginalocatie, zoals hl=nl&ref_topic=1727146
Het is belangrijk om in kaart te brengen welke URL-structuren op jouw site worden gebruikt, om ervoor te zorgen dat je geen siteonderdelen vergeet te meten.
Waar je op moet letten
- Wat zie jij als ‘de’ website? Is het slechts support.google.com, of vallen ook www.google.com en news.google.com etc. onder de gehele website? Deze keuze bepaalt je datastrategie, je sessies, je cookiestrategie, de mogelijkheid om gegevens apart of geaggregeerd te zien. Documenteer daarom al je domeinen en subdomeinen en bepaal welke domeinen en/of subdomeinen jij als één geheel ziet.
- Wat zegt de URL over je sitestructuur? Het kan zijn dat je bepaalde siteonderdelen apart wilt kunnen analyseren. Stel dat je een supportsite hebt als support.google.com, dan kan het zijn dat je de uitlegsectie over Google Analytics los van de sectie over AdWords wilt analyseren. In het geval van Google zijn de URL’s betrekkelijk simpel: support.google.com/analytics/ respectievelijk support.google.com/adwords/. Wanneer de huidige sitestructuur niet doordacht genoeg is om analyses uit te kunnen voeren per siteonderdeel, moet je misschien eerst de URL-structuur verbeteren voor je met meten begint.
URL-parameters
De volgende voorbeeld-URL is de Twitter-zoekpagina. Deze is normaal te vinden op:
https://twitter.com/search
Zoek ik naar de hashtag ‘#measure’, dan verandert de URL in:
https://twitter.com/search?q=%23measure&src=typd
Alles na het vraagteken is een URL-parameter. Door URL-parameters te gebruiken kun je bijvoorbeeld tientallen varianten van één pagina kunnen maken zonder dat je de pagina talloze keren hoef te dupliceren. Dit zijn twee versies van één pagina:
- https://twitter.com/search?q=%23measure&src=typd (zoekresultaten voor tweets)
- https://twitter.com/search?q=%23measure&src=typd&mode=photos (idem, maar toont alleen afbeeldingen)
Bovendien kunnen parameters worden ingezet voor meetdoeleinden. Met een parameter kun je bijvoorbeeld aangeven waar iemand vandaan komt. Een voorbeeld daarvan is de eerdergenoemde Google Analytics Help op:
https://support.google.com/analytics/answer/1008015?hl=nl&ref_topic=1727146
De meetparameter is in dit geval:
ref_topic=1727146
Deze parameter geeft aan dat de bezoeker eerst het volgende topic had bezocht:
https://support.google.com/analytics/answer/1727146
Aan jou de taak om uit te zoeken welke parameters jouw site gebruikt en van alle parameters vast te stellen waarvoor ze worden gebruikt.
Waar je op moet letten
- Documenteer al je parameters: welke zijn er, wat doen ze, welke waarden kunnen er voorkomen?
- Zoek uit welke parameters een unieke pagina vormen en welke voor metingen zijn. In het voorbeeld van Google dient ref_topic voor metingen en hl voor unieke pagina’s.
- Zorg dat jouw analyticstool correct omgaat met parameters. Stel in welke parameters een pagina uniek maken en welke niet, en welke voor metingen zijn.
- Doe elke maand een audit. Bekijk met jouw IT-afdeling of de huidige configuratie nog klopt of up-to-date is, bijvoorbeeld door software-updates of veranderingen aan de site.
Cookies
Zeker sinds recente veranderingen in de Nederlandse privacywetgeving zijn cookies een berucht begrip. Cookies zijn eenvoudige tekstbestandjes die een server achterlaat op een browser, om ze later weer uit te lezen of bij te werken.
Site-eigenaren gebruiken vaak twee typen cookies:
- Sessiecookies. Deze gebruiken site-eigenaren om informatie op te slaan die zich beperkt tot een bepaalde bezoeksessie van een bezoeker, zoals het klikpad tijdens een bezoek, of de items in de winkelmand. Sessiecookies worden na de sessie weer verwijderd.
- Persistente cookies. Deze zijn ingesteld om meestal drie jaar lang bewaard te blijven in de browser, om bijvoorbeeld op anonieme wijze te meten hoe vaak bezoekers terugkeren naar die site.
Site-eigenaren gebruiken cookies voor personalisatie, voor meten van herhaalbezoeken, voor segmentatie bij A/B-tests en talloze andere doeleinden. Je moet goed weten wat cookies op jouw site opslaan, al was het maar voor je cookiebeleid.
- Sommige cookies worden geplaatst door de site-eigenaren zelf, dat zijn first party cookies. Een voorbeeld is een cookie om te onthouden wat er in je winkelwagen zit.
- Andere cookies worden geplaatst door derde partijen, dat zijn de zogenoemde third party cookies. Dit zijn vaak scripts om bezoekersgedrag over meerdere websites te meten (vaak gedaan door advertentie- of social-medianetwerken).
In elke cookie staat een unieke maar veelal anonieme waarde die bij jouw browser hoort, zodat men bijvoorbeeld herhaalbezoeken kan meten of men een geschikte pagina kan voorschotelen.
Waar moet je op letten
- Documenteer exact welke cookies er worden geplaatst en wat erin wordt opgeslagen, ook cookies van derde partijen. (Installeer bijvoorbeeld de gratis Attacat Cookie Audit Tool voor Chrome om je cookies te onderzoeken; R.)
- De belangrijkste cookies zouden first-party cookies moeten zijn, want die hebben nog de grootste kans door bezoekers en beveiligingssoftware te worden geaccepteerd, wat je meetresultaten betrouwbaarder maakt.
- Meet de mate waarin jouw bezoekers cookies accepteren en verwijderen. Het kan erg vervelend zijn als veel bezoekers bij A/B-tests bijvoorbeeld verschillende prijzen of boodschappen voorgeschoteld krijgen doordat bij veel van jouw bezoekers cookies niet werken. (Opmerking: helaas zijn praktijkvoorbeelden niet of nauwelijks te vinden; R.)
Praktijkvoorbeelden van dit laatste punt blijken helaas niet of nauwelijks vindbaar, maar een onderzoek van Comscore uit 2011 geeft een goede indicatie voor de cookieverwijderratio (pdf).
Week 2: fundamentele statistieken nader bekeken
Iedereen die zijn eerste stappen zet in webanalytics, vraagt zich af: hoeveel bezoekers kwamen langs, hoe lang bleven zij en welke pagina’s bezochten zij? Simpele vragen met niet altijd heldere antwoorden: het antwoord kan per webanalyticspakket verschillen. In week 2 gaat het over meetverschillen en beperkingen van tools.
Bezoeken versus bezoekers
De basis van al je metingen worden gevormd door het meten van bezoeken en bezoekers. Het is dus essentieel dat je het verschil begrijpt en je snapt hoe hierin meetverschillen kunnen ontstaan.
Bezoeken
Sommige pakketten stellen bezoeken gelijk aan bezoekers of totaal aantal bezoekers, terwijl het aantal bezoeken eigenlijk staat voor het aantal keren dat de site wordt bezocht in een bepaalde periode. Preciezer gezegd meten webanalyticspakketten alle sessies tijdens een bepaalde periode. In een tijdelijke cookie wordt het begin van de sessie gemeten. Het pakket beschouwt een sessie als ‘beëindigd’ zodra een bezoeker de site verlaat door de browser te sluiten, door elders heen te gaan, of 30 minuten inactiviteit. Een bezoeker kan meerdere bezoeken afleggen.
Unieke bezoekers
Met het meten van unieke bezoekers wil je weten hoeveel mensen de site bezoeken en hoe vaak ze terugkeren. Dit wordt gemeten met permanente cookies. Bij het meten van unieke bezoekers meet je alle unieke cookie-id’s in een bepaalde periode. Komt een bezoeker een maand lang elke dag langs, dan zou het pakket één unieke bezoeker moeten meten.
Waar moet je op letten
Toen Avinash het boek schreef in 2006, was het nog zo dat pakketten duidelijk verschillend maten. Uit onderzoek van TNO uit 2009 (drie jaar na publicatie van het boek) blijkt dat pakketten in de basis nauwelijks meetverschillen vertonen. Enkele van zijn tips zijn daarmee overbodig geworden. Wel geldt nog:
- Zoek uit wat jouw analyticspakket verstaat onder een bezoekerssessie. Eindigt het bij 30 min inactiviteit? Eindigt het ook als iemand de site verlaat maar meteen weer terugkomt? Dit kan belangrijk zijn wanneer je twee analyticspakketten tegelijkertijd gebruikt en de cijfers wilt kunnen vergelijken.
- Onthoud dat het meten van unieke bezoekers is gebaseerd op meten van cookies en dus afhankelijk is van instellingen bij gebruikers. Wanneer hun software cookies niet accepteert of cookies steeds weggooit, meet je elk herhaalbezoek als unieke bezoeker. Je verkleint dit probleem door te meten met first-party cookies, maar bezoekers zullen desalniettemin cookies blijven blokkeren of weggooien. Het gemeten aantal unieke bezoekers is hierdoor mogelijk meer dan 2 keer zo groot dan in werkelijkheid het geval is. Let daarom alleen op trends in de metingen, niet op absolute getallen.
Meer over cookies, sessies en meetverschillen
- Webanalisten – Verschillen in web analytics systemen (TNO rapport)
- Google Analytics Blog – Update to Sessions in Google Analytics
- Google Analytics Support – Hoe bezoeken worden berekend in Google Analytics
Bezoekduur
De bezoekduur wordt vaak gezien als een indicatie voor hoe interessant de site is: ‘als mijn website interessant en relevant is voor bezoekers, blijven ze langer’. Maar is dat wel een goede aanname?
Waar moet je op letten
- Het is belangrijk dat je begrijpt hoe de duur van een bezoek wordt gemeten. Zodra een bezoeker binnenkomt, wordt de begintijd genoteerd in een cookie. Ook wordt de tijd genoteerd zodra een bezoeker ergens op klikt. Het tijdsverschil tussen de laatste klik en binnenkomst is de bezoekduur. Dit levert wel een probleem op, want je weet niet hoe lang iemand op je site verblijft als iemand een pagina bekijkt en vervolgens je site verlaat zonder ergens op te klikken. Las die persoon 2 seconden of 20 minuten? Dit is een veelvoorkomend probleem bij blogs die meerdere volledige artikelen op de homepage tonen: op zulke sites kan iemand tientallen minuten lezen zonder ergens op te klikken.
- Je webanalyticspakket toont vaak een gemiddelde bezoektijd. Maar een groot deel van je sitebezoeken bestaat vaak uit bezoeken van één pagina en dus 0 seconden. Als je die meetelt in je gemiddelde, verdoezelt dat de inzichten over bezoeken waar je wel gegevens over hebt.
- Het is niet aan te raden om zomaar doelen voor bezoektijd in te stellen. Als je niet erbij aangeeft welk bezoekersgedrag je wilt verbeteren, kan het stellen van een doel voor bezoeklengte ook ongewenste aanpassingen stimuleren. Voorbeeld: een eenvoudige manier om de lengte van bezoek te vergroten, is om de navigatie te verslechteren of de checkout langer te maken. Maar of dat gewenst is? Combineer lengte van bezoek altijd aan het verbeteren van bezoekersgedrag.
Paginaweergaven
Andere woorden voor paginaweergaven zijn bezoekdiepte of het Engelse pageviews. Paginaweergaven staan voor het aantal bekeken pagina’s per bezoekerssessie. Het wordt vaak gezien als graadmeter voor bezoekersbetrokkenheid. Voor nieuwssites kan dit inderdaad goed als graadmeter worden toegepast, maar voor andersoortige sites is dat niet altijd een goed idee. Veel paginaweergaven kan ook betekenen dat bepaalde pagina’s moeilijk te vinden zijn.
Bij het meten van paginaweergaven doet je webanalyticstool de aanname dat elke pagina een unieke URL heeft. Analyticstools zijn namelijk afhankelijk van de verandering van URL om te weten dat er een andere pagina is opgevraagd. Echter, op sommige URL’s met bijvoorbeeld een Flash-applicatie of met AJAX-content is het goed mogelijk om meerdere ‘pagina’s’ op te halen terwijl je op één URL blijft. De hoge bezoekersbetrokkenheid wordt dan niet gemeten.
Waar moet je op letten
- Zorg dat voor jou helder is wat op jouw site zou moeten meetellen als een unieke paginaweergave en zorg dat jouw tool deze paginaweergaven correct meet.
- Met een Flash-, AJAX- of rich-media-website is het extra opletten. Zoek samen met de leverancier uit hoe je binnen je applicatie toch activiteit kunt meten. Er zijn speciale javascripts beschikbaar om ook met Flash of AJAX gebeurtenissen te meten. Wellicht kan een collega-IT-er jou hier ook bij helpen.
- Rapporteer liever nooit gemiddelde paginaweergaven. Bekijk de distributie van paginabezichtigingen. Zijn er veel enkelvoudige paginaweergaven, dan ontdek je met een gemiddelde nooit nuttige inzichten.
Meer over rich-media-tracking en bezoeklengte
- Google Developers – Google Analytics Tracking for Adobe Flash
- Koozai – The Complete Google Analytics Event Tracking Guide Plus 10 Amazing Examples
- Peak Conversion – Visit durations normally distributed? Not likely.
Week 3: beter begrijpen van standaardrapporten
In deze week draait het om de kwaliteit van het verkeer naar je site en waar dit verkeer vandaan komt. Om te begrijpen welke verkeersbronnen het meeste opleveren, kijken we naar rapportages voor bouncepercentage, verkeersbronnen en zoekwoorden.
Bouncepercentage
Hoewel je wellicht per campagnemiddel meet waar de hoge conversiepercentages liggen, kan het alsnog goed mogelijk zijn dat je je geld misschien beter kunt besteden dan dat je nu doet. Je zult het bouncepercentage ook mee moeten nemen, volgens Avinash het percentage bezoeken aan je site dat korter is dan 5-10 seconden. (Immers, ook als bezoekers 2 pagina’s bekijken en desalniettemin direct weer weg zijn, blijft het verkeer van de minste kwaliteit.) Overigens hanteert de Digital Analytics Association een andere definitie (pdf), namelijk het percentage bezoeken met één paginabezichtiging.
De reden om bouncerate mee te nemen, is dat een pagina met hoge bouncerate een signaal is dat doelgroep, pagina of tactiek niet goed op elkaar aansluiten, ongeacht het conversiepercentage. Anders gezegd, de conversie zou nog hoger als je het bouncepercentage weet te verlagen.
Waar moet je op letten
- Onderzoek de bouncepercentages van elk verkeerssegment dat voor jou relevant is: campagnes, verwijzende pagina’s, landen van herkomst, etc..
- Let bij het onderzoeken van bouncepercentages ook op de lengte van het bezoek. Pagina’s met hoge bouncepercentages maar tegelijkertijd lange bezoektijden geven aan dat je een probleem hebt met de call-to-action, met relevantie of met de navigatie.
- De groep die meteen de site verlaat, mag je niet negeren. Het is eenvoudiger en goedkoper om een bezoeker te converteren dan om kwalitatief goed verkeer genereren. Bouncerate geeft een signaal waar verbeteringen mogelijk zijn.
Meer over bouncerate
- Avinash Kaushik – Standard Metrics Revisited: #3: Bounce Rate
- Search Engine Watch – Bounce Rates at SES Chicago 2012 with Avinash Kaushik and Jonathan Allen (YouTube)
Verwijzingen – verwijzende sites en zoekwoorden
Wanneer je weet waar bezoekers vandaan komen of wat ze zoeken, kun je de inhoud of de beleving van de site aanpassen op wat bezoekers verwachten of op wat ze zoeken. Twee belangrijke informatiebronnen om kansen te ontdekken waarmee je je site kunt verbeteren, zijn de overzichten van verwijzende sites en de zoekwoorden.
Waar moet je op letten
- De lijst van verwijzende sites kan soms wel voor 40-60% bestaan uit onbekende bronnen. Dat kan komen door bijvoorbeeld: de bezoeker komt niet via een verwijzende site (maar via een bookmark of zelf ingetypt), op jouw domein gebruik je non-permanente doorverwijzingen (geen zogenoemde 301 redirect), de e-mailsoftware van de bezoeker geeft niet alle verwijzingsinformatie mee, of de bezoeker heeft zeer veilige surfinstellingen. Richt je daarom op wat je wel weet.
- Zoekmachines promoten tegenwoordig het zoeken via een versleutelde zoekpagina. Dit biedt meer privacy aan zoekers. De versleuteling leidt er helaas ook toe dat zoekwoorden niet meer worden doorgegeven aan jouw analyticspakket wanneer bezoekers jouw site bezoeken. Deze ontwikkeling heeft pas sinds 2010 een grote vlucht genomen en staat daarom niet in het boek vermeld. De ontbrekende zoekwoorden worden in Google Analytics geschaard onder de term ‘(not provided)’.
- Doe een diepgaande analyse naar bezoekers vanuit zoekmachines. Begin je analyse bij welke zoekmachines voor verkeer zorgen en welke zoekfrasen men gebruikt; populaire zoekfrasen kunnen per zoekmachine verschillen. Kijk bijvoorbeeld per zoekmachine naar de populairste zoekfrasen en zet op een rij: percentage van bezoekers, paginabezichtigingen per bezoeker, tijd op de site, bouncepercentage. Voeg er eventueel conversie of opbrengst aan toe. Je ziet meteen welke zoekfrasen goed presteren.
- Zoekmachineanalyse helpt bij het optimaliseren van landingspagina’s (of bestemmingspagina’s, zoals Google Analytics het noemt). Bouw bijvoorbeeld speciale pagina’s voor belangrijke zoekfrasen, of verbeter bestaande pagina’s.
- Let op dat jij of jouw tool zoekfrasen niet verwart met losse zoekwoorden. Er wordt namelijk vaker gezocht met zoekfrasen dan met zoekwoorden.
Meer over zoekwoorden en ‘not provided’
- Avinash Kaushik – Search: Not Provided: What Remains, Keyword Data Options, the Future
- SiteTuners – How to do Keyword and Intent Research in a 100% (not provided) Environment
Week 4: rapporten voor contentkwaliteit en navigatie
Je kunt de kwaliteit van je content verbeteren door er vanuit verschillende invalshoeken naar te kijken. Gebruikelijke rapporten hiervoor zijn de rapporten voor de meest bekeken pagina’s, de populairste uitstappagina’s en de klikdichtheidsanalyse.
Populaire pagina’s
Zoals je zou verwachten, geeft de lijst met populaire pagina’s weer welke pagina’s de meeste bezoeken hadden. Hoe populair de pagina is, wordt gemeten in het aantal keren dat de pagina is bezocht en niet het aantal unieke bezoekers van de pagina. De lijst van meestbekeken pagina’s is een goede indicator van de redenen van bezoekers om je site bezoeken.
Waar moet je op letten?
- Zoek met name naar pagina’s in de lijst die je niet had verwacht. Er is namelijk vaak een verschil tussen wat de site-eigenaar belangrijk vindt en wat de bezoeker belangrijk vindt.
- Analyseer geen pagina’s die tijdelijk populair zijn, maar probeer trends te ontdekken in veranderingen van de lijst. De lijst van meestbezochte pagina’s verandert namelijk weinig, dus wanneer er iets lijkt te veranderen is dat aandacht waard.
- Let niet slechts op losse getallen, maar doe vergelijkingen tussen pagina’s. Het kan voorkomen dat de pagina qua absolute verkeersaantallen niet opvalt in de ranglijst van meestbezochte pagina’s, terwijl het verkeer naar die pagina met 900% is toegenomen. (Dit geldt ook voor binnenkomstpagina’s.)
Populairste landingspagina’s (bestemmingspagina’s)
Het rapport over landingspagina’s of bestemmingspagina’s toont de pagina’s die voor bezoekers het meeste dienen als pagina van binnenkomst, gemeten in bezoeken (niet bezoekers). Wanneer je dit rapport bekijkt, zul je wellicht een opvallende bevinding doen: hoewel de homepage de populairste landingspagina is, komt alsnog het grootste deel van je bezoekers helemaal niet binnen op de homepage, maar op de rest van je site. De lijst van landingspagina’s is daarmee een lijst van pagina’s die je veel aandacht moet geven bij het verbeteren van je site.
Waar moet je op letten?
- Behandel je tien populairste binnenkomstpagina’s alsof ze net zo belangrijk zijn als je homepage.
- Gebruik de belangrijkste binnenkomstpagina’s om campagnes te promoten.
- Verrijk je rapport met bouncepercentage en bezoekdiepte (aantal bekeken pagina’s per bezoek), om de kwaliteit van de pagina te beoordelen. Populaire pagina’s waar bezoekers snel de site verlaten of niet leiden tot het bekijken van meer pagina’s, verdienen aandacht.
Populairste uitstappagina’s
Het rapport over exitpagina’s of uitstappagina’s toont de pagina’s die tijdens bezoeken het vaakst als laatste pagina werden bekeken. Deze lijst zou aantonen waar bezoekers weglekken. Volgens Avinash is dit een onzinnig rapport. Sowieso is elke pagina een exitpagina want bezoekers moeten toch een keer weg. En juist omdat elke pagina een uitstappagina is, valt er niks te repareren.
Uitstappercentages zijn alleen relevant bij een serie aaneengesloten pagina’s die tezamen een vastgelegd traject vormen, zoals de checkout van een webwinkel. Alleen bij vastgelegde trajecten is het belangrijk om te onderzoeken waar mensen het traject afbreken.
Meer over uitstappagina’s
- Netprofiler – Bouncepercentage versus uitstappercentage
Belangrijkste bestemmingen
Wanneer jouw pagina links naar andere sites bevat en bezoekers klikken op deze links, dan geven bezoekers door waar ze vandaan komen (nl. van jou) en ze geven door naar welke pagina ze gaan (nl. de site uit de link). Die informatie geeft de browser van de bezoekers door aan de site waar ze naartoe gaan (referrer-informatie), maar de browser geeft die informatie niet aan jou. Zonder extra instellingen kom je niet te weten naar welke sites bezoekers gaan wanneer ze op jouw site klikken op externe links.
Om toch te kunnen meten op welke externe links bezoekers klikken, stelde men vroeger doorverwijzingen (redirects) in om de externe link toch te kunnen meten: bezoekers klikten op een speciaal gefabriceerde interne link die hen daarna doorstuurde naar de bestemmingspagina op de andere site. Tegenwoordig gaat het meten van externe links eenvoudiger (vaak door het invoegen van een script; R.).
Analyseer de belangrijkste bestemmingen om beter te begrijpen wat je bezoekers zoeken.
Waar moet je op letten
- Zorg ervoor dat jouw analyticstool de bestemmingen kan meten; soms moet je dit namelijk aanzetten/aanvragen.
- Onderzoek of het meten van bestemmingen niet conflicteert met andere javascripts op je site.
- Deel de rapporten van jouw bestemmingenrapportages met sites waar je veel bezoekers naartoe stuurt en vraag ze of de sites meer voor elkaar kunnen betekenen (zoals een affiliatevergoeding voor verwijzend verkeer).
- Segmenteer bezoekers, bijvoorbeeld op verkeersbron of bestemmingspagina.
Meer over uitgaand verkeer meten
- Google Analytics Support – Uitgaande links
- Blast – How to Track Downloads & Outbound Links in Google Analytics
Site-overlay (in-page-analyse)
Het favoriete rapport van Avinash Kaushik is de site-overlay of in-page-analyse. Daarin zie je via een overlay over je pagina op welke plek op de pagina je bezoekers klikken. In percentages staat uitgedrukt hoe populair de link is ten opzichte van de andere links op die pagina.
Bekijk per pagina wat voor die pagina de belangrijke vervolgpagina’s zijn met de in-page-analyse. Het is een eenvoudige manier om je te verplaatsen in bezoekers, je ziet snel wat de invloed is van veranderingen op jouw site en door de visuele presentatie zie je zelf ook sneller hoe je pagina’s presteren.
Waar moet je op letten
- Je kunt alleen bezoekersgedrag begrijpen als je segmenteert. Als je elke bezoekersgroep op een hoop gooit, kun je niet zien wat de interesse is per groep, terwijl je met die interesse meer gepersonaliseerde bezoekerservaringen kunt ontwikkelen. Kies dus eerst een segment, doe dan een in-pagina-analyse.
- Een site-overlay zou je altijd moeten combineren met data uit een pagina-analyse. De pagina-KPI’s die je meeneemt in je analyse, zijn: bezoekers, bezoektijd van de pagina, doorgebrachte tijd voordat men de pagina bezocht, binnenkomstpercentage, uitstappercentage, zoekfrasen. Daarmee weet je bijvoorbeeld hoe lang het duurde voordat men de pagina vond, of de pagina nuttig was, hoe geoptimaliseerd de pagina is voor zoekmachines, en of de pagina de juiste bezoekers aantrekt. Maak ook een overzicht van pagina’s die naar de pagina toe leiden, en een lijst pagina’s waar men daarna naartoe gaat.
- Een in-pagina-analyse is dus niet eenvoudig. Segmenteer, achterhaal de context door pagina-KPI’s ernaast te leggen, doe padanalyses en heb vooral geduld.
- Zorg dat je niet alleen percentages maar ook ruwe getallen kunt weergeven.
Meer over in-page analyse
- Google Analytics Support – Over In-Page analyse
Maand 1 van 8 ging over…
- Randvoorwaarden: URL’s, URL-parameters en cookies.
- Fundamenten van webstatistieken: Bezoeken en bezoekers, bezoekduur en paginaweergaven.
- Standaardrapporten: Bouncepercentage en verwijzend verkeer.
- Contentkwaliteit: meestbezochte pagina’s, landingspagina’s, uitstappagina’s, bestemmingen, site-overlay.
Meer over Webanalytics an Hour a Day?
- Deel 1 uit de blogserie ‘Web Analytics an Hour a Day: Webanalytics: wat houdt dat in?
- Deel 2 gaat over de dingen die je moet regelen voordat je begint met webanalytics.
- Deel 4 behandelt de belangrijkste rapportages voor diverse typen sites: e-commercesites, supportwebsites en blogs.
- De volledige boeksamenvatting publiceer ik aan het eind van de blogserie als download.
- Bekijk het inkijkexemplaar.
- Of koop het boek (aff.), met voor de liefhebber de non-affiliatelink.
Hoe denk jij erover?
Welke tips van Avinash hebben nog meer een update naar nu nodig? Wat vond je het interessantst?